Bij het testen van een projector moet de ruimte indien mogelijk volledig verduisterd zijn zodat geen licht de projectie of het resultaat op het scherm verstoort. Dit geldt ook voor de muren, het plafond en de vloer. Indien mogelijk moeten deze donker zijn en geen reflecties veroorzaken.
De test voor het werkingsgeluid moetvergelijkbare eisen hebben, alleen in akoestische termen. De ruimte moet zo worden ontworpen dat er geen geluid van buitenaf de ruimte binnenkomt tijdens de projectortest en het resultaat verstoort. Het is daarom zinvol om de ruimte te isoleren tegen lawaai. De microfoon moet ook altijd op dezelfde afstand van de ventilatoruitlaat staan, zodat er altijd dezelfde basis is.
Naast de meetbare waarden zijn ook de eigenschappen van de tester belangrijk bij de projectortest. Het menselijk oog neemt verschillen waar die een camera niet zou kunnen herkennen, vooral bij subtiele beeldverschillen. Hetzelfde geldt voor het gehoor. We nemen vaak subliminale geluiden waar die een microfoon niet zou kunnen identificeren.
